Welke van onderstaande aspecten behoort niet tot het besturingsproces?
a.Het publiceren van een jaarverslag.
b.Het uitvoeren van een antecedentenonderzoek bij het aannemen van nieuw personeel.
c.De analyse van het verschil tussen gebudgetteerde en werkelijk gemaakte kosten.
Vraag 2
In welke soort systemen komen strategische onzekerheden tot uitdrukking?
a. Boundary-systemen
b. Beliefs-systemen
c.Interactive control-systemen
Vraag 3
Waarin kunnen beslissingen worden ingedeeld op basis van hun financiële effect?
a.lange- en korte termijnbeslissingen
b.strategische, tactische en operationele beslissingen
c.investerings-, operationele en financieringsbeslissingen
Vraag 4
Onder welk soort beslissing valt de beslissing om personeel in vaste dienst te nemen?
a.een investeringsbeslissing
b.een financieringsbeslissing
c.een operationele beslissing
Vraag 5
Wat is risico?
a.een gekwantificeerde onzekerheid
b.gelijk aan onwetendheid
c.onmeetbaar
Vraag 6
Waarvan is het meedoen aan de postcodeloterij een voorbeeld?
a.Risicoavers gedrag
b.Risico-indifferent gedrag
c.Risicopreferent gedrag
Vraag 7
Waarvan is het vervangen van een benzineauto door een dieselauto een voorbeeld?
a.een uitbreidingsinvestering
b.een vervangingsinvestering
c.een kostenbesparende investering
Vraag 8
Een organisatie betaalt gemiddeld 4% rente over het vreemde vermogen; dit vreemde vermogen bedraagt 1000. De eigenaren eisen een rendement van 12%. Het eigen vermogen bedraagt 500. De vennootschapsbelasting bedraagt 25%.
Hoeveel bedraagt de WACC?
a.4%
b.5%.
c.6%.
Vraag 9
Wanneer is sprake van een relevante kasstroom?
a.Een investeringsproject vereist enige kantoorruimte; deze ruimte staat momenteel leeg.
b.Een investeringsproject vereist enige kantoorruimte; deze ruimte staat momenteel leeg, maar zal worden verhuurd als het investeringsproject niet doorgaat.
c.Een investeringsproject vergt vreemd vermogen, waarover maandelijks rente wordt betaald.
Vraag 10
Een investeringsproject vergt een investering van 1000; de restwaarde van dit project na de economische gebruiksduur van drie jaar bedraagt 250. De operationele kasstroom die het project oplevert bedraagt achtereenvolgens 400, 350 en 250 in de drie gebruiksjaren. De WACC is vastgesteld op 10%.
Hoeveel bedraagt de afgeronde nettocontantewaarde?
a.160 positief
b.160 negatief
c.29 positief
d.29 negatief
Vraag 11
Bij welke investeringsselectiemethode is de uitkomst een percentage?
a.de methode van de terugverdientijd
b.de nettocontantewaardemethode
c.de methode van de interne rentevoet
Vraag 12
Welke uitspraak over leasing is juist?
a.Financiële lease komt het meeste overeen met huur.
b.Operationele lease is een alternatief voor zelf kopen en financieren.
c.‘All in lease’ komt het meeste voor bij operationele lease.
Vraag 13
Een hotel heeft uitsluitend tweepersoons kamers en verhuurt deze à €100 per nacht (exclusief ontbijt). Voor de schoonmaak van de kamers wordt een schoonmaakbedrijf ingehuurd die €10 per schoongemaakte kamer rekent. Voor de reiniging van linnengoed, de aanschaf van zeep, shampoo en dergelijke wordt €5 per kamer gerekend. De vaste kosten (afschrijving, onderhoud, energieverbruik, salaris receptionist en dergelijke) kosten € 55 per kamer per nacht.
Een reisgezelschap wil in een rustige periode 20 kamers huren en bedingt een prijs van €65 per kamer.
Hoeveel bedraagt de ‘bottom line impact’ (BLI)?
a.€100 negatief
b.€ 0
c.€1000 positief
Vraag 14
Een hotel heeft uitsluitend tweepersoons kamers en verhuurt deze exclusief ontbijt. Voor de schoonmaak van de kamers wordt een schoonmaakbedrijf ingehuurd die €10 per schoongemaakte kamer rekent. Voor de reiniging van linnengoed, de aanschaf van zeep, shampoo en dergelijke wordt €5 per kamer gerekend.
De vaste kosten van het hotel uit de bedragen € 1.861.500,- op jaarbasis. Stel dat kamers uitsluitend voor €100 per nacht worden verhuurd. Het hotel is 365 dagen per jaar open.
Wat is het ‘break even point’ ?
a.51 kamers per nacht
b.60 kamers per nacht
c.170 kamers per nacht
Vraag 15
Een hotel heeft uitsluitend tweepersoons kamers en verhuurt deze à €100 per nacht (exclusief ontbijt). Voor de schoonmaak van de kamers wordt een schoonmaakbedrijf ingehuurd die €10 per schoongemaakte kamer rekent. Voor de reiniging van linnengoed, de aanschaf van zeep, shampoo en dergelijke wordt €5 per kamer gerekend. De vaste kosten (afschrijving, onderhoud, energieverbruik, salaris receptionist en dergelijke) kosten € 55 per kamer per nacht.
In het hotel komt een reisgezelschap dat €65 per nacht biedt voor 20 kamers. De boeking vindt plaats in een rustige periode, maar vlak voor de betrokken nacht wordt het alsnog erg druk, waardoor het hotel voor een groot aantal klanten ‘nee’ moet verkopen.
Hoeveel bedragen de opportunity costs?
a.€ 700
b.€ 1000
c.€ 2000
Vraag 16
Wat is de juiste definitie van oppurtunity costs?
a.kosten die niet veranderen
b.kosten die per eenheid product veranderen als het volume verandert
c.de misgelopen contributiemarge als gevolg van een beslissing
Vraag 17
Welke uitspraak over indirecte kosten is juist?
a.Deze hebben een causale relatie met een kostendrager.
b.Dit zijn altijd vaste kosten.
c.Deze worden aan kostendragers toegerekend met behulp van arbitraire verdeelsleutels.
Vraag 18
Een uitgever verkoopt een bepaald boek voor de prijs van €20 (inclusief 6% BTW). De kosten van opmaak, drukken en dergelijke van 2.000 stuks bedragen € 7.560 (exclusief BTW). De uitgever denkt er daarvan 1.800 te kunnen verkopen. De variabele kosten (porto, verpakking) bedragen € 2 (exclusief BTW) per boek.
Wat is de integrale kostprijs van één boek?
a.€ 2,-
b.€ 5,78
c.€ 6,20
Vraag 19
Wat is een juiste definitie van een budget?
a.een “potje” met geld
b. een taakstellende begroting
c.een toegestaan bedrag aan kosten
Vraag 20
Waarvan is sprake indien een manager verantwoordelijk wordt gesteld voor zowel omzet, kosten als geïnvesteerd vermogen?
a.van een kostencentrum.
b.van een winstcentrum
c.van een investeringscentrum
Vraag 21
Waarop is een winstcentrum gericht?
a.op het genereren van omzet zonder op de kosten te letten
b.op het maken van boekhoudkundige winst
c.op het maken van beïnvloedbare winst
Vraag 22
Een project kost volgens voorcalculatie 60 uren van een medewerker à €40 per uur. Achteraf blijkt dat 65 uren zijn besteed waarvoor €2470 aan arbeidskosten is geboekt.
Wat is het prijsverschil op arbeid?
a.€70 nadelig
b.€120 voordelig
c.€130 voordelig
Vraag 23
Een project kost volgens voorcalculatie 60 uren van een medewerker à €40 per uur. Achteraf blijkt dat 65 uren zijn besteed waarvoor €2470 aan arbeidskosten is geboekt.
Wat is het efficiencyverschil op arbeid?
a.€70 nadelig
b.€190 nadelig
c.€200 nadelig
Vraag 24
Een interne afdeling ‘huisvesting’ levert vierkante meters kantoorruimte aan de afdeling ICT.
Welke bedrag moet intern door huisvesting aan ICT worden verrekend?
a.Alleen eventuele variabele kosten of ‘out-of-pocket-kosten’.
b.De integrale kostprijs maal het aantal vierkante meters in gebruik.
c.De integrale kostprijs plus een winstopslag maal het aantal vierkante meters in gebruik.
Vraag 25
Een business unit in een organisatie wordt als winstcentrum beschouwd en leent enkele monteurs uit aan een andere business unit van dezelfde organisatie.
Welk bedrag moet intern worden verrekend?
a.Het uurtarief van betreffende monteur.
b.Het uurtarief van betreffende monteur plus een winstopslag.
c.Een door beide business units overeen te komen bedrag.
Vraag 26
Waarnaar streeft het management van een investeringscentrum?
a.een zo hoog mogelijk investeringsbudget
b.een zo hoog mogelijke winst per geïnvesteerde euro
c.een zo snel mogelijke interne levering van diensten
Vraag 27
Enige tijd geleden werden politiekorpsen in Nederland onder andere beloond op het aantal uitgeschreven processen verbaal.
Waarom is dit een verkeerde prestatiemaatstaf?
a.Het is te weinig beïnvloedbaar.
b.Het meet het handelen, niet het effect.
c.Het is niet strategisch georiënteerd.
Vraag 28
Wat is prestatiemeting?
a.een ex-post meting (achteraf meting).
b.het ‘afrekenen op resultaatverantwoordelijkheid’ van managers.
c.het kwalitatief benaderen van meestal kwantitatieve feiten.
Vraag 29
In een bepaald jaar bedraagt de afdelingswinst € 300.000. Het beïnvloedbare geïnvesteerde vermogen bedraagt € 2.500.000, De WACC van deze organisatie is 8%.
Hoeveel bedraagt het Residual Income (RI)?
a.€ 100.000
b.€ 200.000
c.€ 300.000
Vraag 30
Welke uitspraak over een beloningen is juist?
a.Een in het vooruitzicht gestelde bonus kan leiden tot het najagen van kortetermijnsucces.
b.Het toekennen van een sabbatsjaar is een voorbeeld van een monetaire beloning.
c.Het is niet verstandig een extra beloning te geven op het bereiken van kwalitatieve doelstellingen, zoals klantvriendelijkheid of kwaliteit.